Oké, beginnen bij het begin. Een vrouw die een transitie tot man heeft ondergaan, beschikt niet over een prostaat. Van de clitoris en een stukje onderarmhuid kan tegenwoordig een micropenisje in elkaar worden geknutseld en met schaamlippen kun je een beste balzak boetseren waarin twee siliconen knikkers als testikels kunnen poseren maar onderhuids een prostaat inbrengen? Daar moeten ook de meest behendige chirurgen voor passen. Het zal in deze tijd waarin van de vlag, die eens zo fier boven het mannelijk bastion uittorende, niet meer dan een flard over is (het fort zelf is al lang weggevaagd) vermoedelijk niet al te lang meer duren voordat transgenderurologen ook dit kunstje beheersen maar, vooralsnog is de prostaat een exclusief mannelijk orgaan. Gezien het feit dat prostaatkanker onder mannen de meest voorkomende kankersoort is – alleen al in Nederland krijgen jaarlijks bijna vijftienduizend mannen deze diagnose, een aantal dat door de stijgende levensverwachting naar verwachting sterk zal toenemen – is het de vraag of we daar zo blij mee moeten zijn: van smart die letterlijk gedeeld kan worden, is geen sprake, mannen moeten dit lot alleen dragen. Vrouwen hebben echter meer dan genoeg fysiek leed waar mannen niet bepaald jaloers op hoeven te zijn, dus laten we over déze ongelijke verdeling niet zeuren.
Een delta van bloedvaten, lymfebanen en zaadblaasjes
Die prostaat is een klein mal ding. Denk walnoot of kastanje. Hij varieert in lengte van 2,5 tot 4,5 cm, is 2,3 tot 4 cm breed en een luttele 1,5 tot 2,5 cm dik. Het sympathiek ogende ovaaltje bevindt zich op een locatie waarvan je het benauwd krijgt als je ernaar kijkt: als Nederland een lichaam is, is de prostaat de Biesbosch. Hij ligt ingeklemd tussen de dijken van de blaas en de endeldarm en wordt zonder pardon in tweeën gekliefd door een breed uitwaaierende rivier waar op gezette tijden vele deciliters vocht doorheen suizen: de plasbuis, ofwel de urethra, of eigenlijk, de urethra prostatica want, zoals de Rijn vanaf Wijk bij Duurstede in de Lek verandert, heeft ook het stukje plasbuis dat de prostaat doorboort een eigen naam verworven. En het wordt nog erger, de prostaat ligt niet alleen in een delta van bloedvaten, lymfebanen en zaadblaasjes maar ook in een knooppunt van pezen, spieren en zenuwen, waaronder, om maar iets te noemen, de neurovasculaire bundels die ervoor moeten zorgen dat een gevoel van opwinding een paar centimeter lager wordt vertaald in een daad van oprichting. Met andere woorden, één bibber van een chirurgenhand tijdens een prostatectomie (operatieve verwijdering van de prostaat), één stuiptrekking tijdens een bestraling en je kunt de leren slips, de handboeien en de struisvogelveren flogger uit je nachtkastje halen om plaats te maken voor de pillendoosjes met Cialis en Viagra. En als je jongeheer je laat slikken tot je een ons weegt, kun je de implantatie van oppompbare hydraulisch erectieprothese overwegen. Garantie tot aan de deur van de sexshop.
Pret via de P-spot
Wanneer je, terwijl je staat, pal achter je balzak je vinger omhoog zou kunnen priemen, kom je na twee centimeter je prostaat tegen. Maar dit hoef ik de erotische avonturiers onder u, die niet in een homofobe kramp schieten wanneer lief in de bilnaad op expeditie uitgaat, natuurlijk niet te vertellen. Sommige mannen vinden het opwindend zich aldaar te laten betasten, anderen huiveren bij de gedachte aan pret via de P-spot.
De prostaat is een van de meest kwetsbare onderdelen van het mannenlichaam. En dat is vreemd omdat de prostaat een bijzonder kostbare vloeistof produceert.
De naam van de prostaat, de prostata zoals artsen zeggen, is afgeleid van het Oud-Griekse woord prostátēs, wat ‘beschermer’ betekent. De prostaat dankt die naam aan zijn plek bij de monding van urineblaas, een strategische lokatie die hij als een schildwacht verdedigt. Toch typisch, die naam, want als je naar de anatomische kaart kijkt, vraag je je af of dat weerloze gebiedje zélf niet wat meer bescherming verdient. Het orgaan ligt weliswaar enigszins beschut in het kleine bekken, de pelvis minor, en doordat er een dun elastisch kapsel van spier- en bindweefsel omheen zit, vormen de twee prostaatdelen, de lobben, een geheel maar, om nou te zeggen dat er Panzerstahl van Krupp omheen zit, nein. Integendeel zelfs: de prostaat is een van de meest kwetsbare onderdelen van het mannenlichaam. En dat is vreemd omdat de prostata een kostbaar goedje produceert, zeg maar gerust de meest kostbare vloeistof van het mannenlijf: zónder dit goedje kun je het planten van een stamboom vergeten. De prostaat, strikt genomen trouwens geen orgaan, zelfs geen klier, maar een verzameling van miljoenen kleine kliertjes, zeg maar buisjes, produceert namelijk vocht dat een cruciale taak te vervullen heeft. Zonder dit prostaatsecreet zou sperma niet meer zijn dan een een klont volle kwark waarin zelfs de sterkste zwemmer onder de zaadcellen niet vooruit te branden is.
Dextro Energy
Tijdens de ejaculatie trekt de voorstanderklier, zoals de prostaat ook wordt genoemd, zich samen en perst zijn essentiële goedje in de plasbuis waar het zich vermengt met de zaadcellen en het spermavocht dat door de zaadblaasjes wordt aangeleverd. Deze blaasjes, de vesiculae seminales, produceren twee derde van het semenplasma. Dit plasma bestaat uit het voorraadje zaad dat in de blaasjes lag opgeslagen en tijdens het orgasme wordt geloosd, en verder onder meer uit citroenzuur, dat de zure omgeving van de vagina neutraliseert, fibrogenen (eiwitten die het sperma verdikken zodat het zaad van eventuele andere seksuele partner wordt geblokkeerd), hormoonachtige stoffen, de prostaglandinen, die het baarmoederslijmvlies prepareren, en fructose, oftewel vruchtensuiker. Vruchtensuiker? Ja, de afstand tussen de zaadcellen en de eicel in de vagina bedraagt slechts twaalf tot zeventien centimeter maar vergis je niet, dit is duizend keer de lengte van een spermacel. Met een zwemsnelheid van een tot drie millimeter per minuut doen de zaadcellen er vijf tot vijftien uur over om op de plaats van bestemming te arriveren. Een paar pakjes Dextro Energy bij de hand houden is dus helemaal geen gek idee. Vraag maar na bij buitenzwemmers van het kaliber Maarten van der Weijden.
De ontdekker van de PSA-test betoogt dat zijn vinding is gekaapt door de farmaceutische industrie die er miljarden mee verdient.
Het vocht uit de prostaat heeft een andere samenstelling. Belangrijkste component van het heldere, kleurloze goedje is het beroemde en beruchte prostaatspecifiek antigeen (PSA). Beroemd en berucht omdat het bepalen van de PSA-waarde via bloedonderzoek in de afgelopen decennia is uitgegroeid tot dé methode voor het traceren van prostaatkanker, overigens tot afgrijzen van een van de ontdekkers van PSA, de Amerikaanse hoogleraar pathologie Richard J. Ablin. Hij betoogt dat zijn vinding is gekaapt door de farmaceutische industrie die er miljarden mee verdient. ‘De test is nauwelijks effectiever dan het opwerpen van een munt,’ schreef Amblin in 2010 getergd in The New York Times. ‘Een PSA-test kan prostaatkanker niet detecteren en, belangrijker nog, het kan geen verschil vaststellen tussen de twee types prostaatkanker, de soort waar je dood aan gaat en de soort die je laat leven. In plaats daarvan laat het simpelweg zien hoeveel van het prostaatspecifiek antigeen een man in zijn bloed heeft. Infecties, medicijnen als ibuprofen en goedaardige prostaatvergroting kunnen allemaal bijdragen aan het PSA-niveau maar geen van deze factoren is een indicator voor kanker. Mannen met lage PSA-waarden kunnen gevaarlijke kankers herbergen terwijl mannen met hoge waarden perfect gezond kunnen zijn.’ In een van mijn volgende artikelen kom ik uitgebreid terug op de kwestie rond de PSA-tests.
Waar geen controversie over bestaat is over de functie van PSA: het is een speciaal door de prostaat gemaakt enzym, een glycoproteïne, dat eiwitten kan afbreken. PSA zorgt ervoor dat het dikke stroperige sperma een stuk vloeibaarder wordt, dat de kwarkklonten oplossen en een yoghurt- en melkachtige structuur krijgen zodat de zaadcellen aan hun lange zwemwedstrijd kunnen beginnen.
Het perineum als kasseienstrook
Die prostaat is dus zowel onmisbaar als kwetsbaar. Zo staat het bijvoorbeeld vast dat, hoewel er nooit sluitend bewijs voor zal worden geleverd, de wielrenners die de kasseienklassieker Parijs-Roubaix uitrijden ’s avonds tussen de lakens niet meer veel presteren, en dat ligt niet alleen aan algehele fysieke uitputting. Tijdens de tientallen kilometers die over de met gaten, bobbels en puntige stenen bezaaide weggetjes moeten worden afgelegd, krijgt het hele gebiedje tussen anus en balzak het zo zwaar te verduren dat menige renner, wanneer hij na afloop in de catacomben van het vélodrome onder de douche staat, ontdekt dat zijn perineum hetzelfde oppervlak heeft gekregen als de stroken waar hij zo manhaftig overheen is gestuiterd. Enthousiaste fietser? Besteed de nodige aandacht aan het kiezen van een zadel dat je kroonjuwelen beschermt. Hard bewijs is er niet maar weinig urologen twijfelen eraan dat fietsen met een verkeerde zithouding kan bijdragen aan het ontstaan van urologische problemen.
De medische detectives die speuren naar de oorzaak van prostaatkanker zijn nog niet veel verder dan het aanwijzen van de usual suspects: ouder worden, teveel en te ongezond eten, te weinig beweging. Zien ze iets over het hoofd?
De prostaat tekent voor drie veelvuldig onder mannen voorkomende aandoeningen: prostaatontsteking, goedaardige prostaatvergroting (benigne prostaathyperplasie) en kwaadaardige prostaatkanker (prostaatcarcinoom). Inderdaad, een hele prestatie voor een walnootje. De eerste twee aandoeningen laat ik even buiten beschouwing, we hebben het hier immers over die taaie kwaaie pier van dit drietal. Hoe ontstaat die vermaledijde prostaatkanker die alsmaar meer slachtoffers eist? Wel, in het boek over de oorzakelijkheidsleer van prostaatkanker kun je wéken blijven lezen maar je zult niet één scherp afgetekende boosdoener tegenkomen. Meer nog dan bij andere kankersoorten is de oorsprong van prostaatkanker in nevelen gehuld. De detectives van de medische wetenschap zijn nog niet veel verder dan het aanwijzen van de usual suspects: ouder worden, teveel en te ongezond eten, te weinig beweging, etniciteit (Afro-Amerikaanse mannen krijgen vaker prostaatkanker dan mannen uit Noord-Europa en Azië) en, hoewel zeldzaam, erfelijke aanleg. Zien ze iets over het hoofd?
Neem deel aan het gesprek